Kiss’ 20ste studioalbum, Monster, is een enorme greep terug op het bovenmenselijke gefeest en de heavy metal slachtpartijen van albums als Destroyer en Love Gun, met vlezige riffs, zompige drums, en Gene Simmons' gepatenteerde demonische grom, Paul Stanley zijn buitenaardse feestgedruis, en niet te vergeten hoeveelheden gebruik van koebel wat zelfs in 1977 al bovengemiddeld zou zijn. Deze 12 nummers zullen waarschijnlijk weinig nieuwe fans rekruteren tot het Kiss Army, maar voor de ontelbare huidige fans van verschillende generaties die opgroeiden met en hun gloriedagen hadden al luisterend naar Kiss, zal de bekendheid met het concept hiervan eentje zijn om te koesteren. Op Monster, doet Kiss het ’t best wanneer ze het geluid herschrijven dat ze ontwikkelden als jonge honden, en wanneer ze het simpel, voorspelbaar en leuk houden.
© Fred Thomas /TiVo